Ze werd in juli 1839 in Parijs geboren en stierf op 11 oktober 1905 in Ukkel.
Op 15-jarige leeftijd, na de dood van haar moeder, nam ze de zorg voor het gezin op zich. Vanaf haar 17e werkte ze als lerares. Overdag werkte ze en ’s avonds studeerde ze en één zaak werd voor haar prioritair: het recht van vrouwen op onderwijs.
Henri Bergé, een vriend van de familie, helpt haar met het uitgeven van het tijdschrift “L’éducation de la femme” (De opleiding van de vrouw), dat Isabelle’s geweldige idee steunt: het oprichten van een school voor jonge meisjes uit de middenklasse.
Twee jaar later werden haar ideeën in de praktijk omgezet en werd in België de eerste seculiere gemeentelijke middelbare meisjesschool opgericht, vrij van enige kerkelijke invloed. Ondanks de druk van de bourgeoisie om hun dochters te ontmoedigen zich in te schrijven, werd de school steeds succesvoller. Van een gewoon lyceum ontwikkelde de school een lerarenopleiding en werd het beroep van leraar opengesteld voor jonge vrouwen. Omdat de lokalen krap werden, opende in 1876 een tweede lyceum zijn deuren, het Lycée Daschbeck. Isabelle ontwikkelde daar een innovatieve lesmethode, schreef haar eigen leerboeken en leidde haar eigen lerarenteam op.
In 1880 richtte ze samen met Charles Buls een regentenafdeling op en in 1891 een pre-universitaire afdeling die de deur naar de universiteit zou openen voor vrouwen. Vanuit dezelfde doelstelling om het feminisme te promoten, hielp Isabelle in 1892 bij de oprichting van de “Liga voor de Rechten van de Vrouw”, die zich richtte op de juridische eisen (afschaffing van het huwelijksrecht, toegang tot vrije beroepen, recht om deel te nemen aan openbare aangelegenheden), en ook de politieke en sociale eisen van vrouwen (strijd tegen kindersterfte, zwangerschapsverlof, bescherming van de gezondheid van vrouwelijke werknemers, enz.)
Later sloot ze zich aan bij de Belgische Arbeiderspartij. Daar ijverde ze voor rechtvaardigheid en emancipatie. Als secretaris van de Nationale Federatie van Socialistische Vrouwen voerde ze campagne voor politieke rechten voor vrouwen en eiste ze algemeen stemrecht.
In 1900 werd ze directrice van het vrijzinnige weeshuis in Vorst, een functie die ze tot haar dood zou blijven vervullen. Onder haar leiding werd de eerste gemengde lagere school opgericht, verbonden aan het weeshuis. Het was de eerste keer in ons land dat jongens en meisjes op dezelfde banken zaten en aan dezelfde schoolactiviteiten deelnamen.
Isabelle werd ingewijd in de Loge Diderot van de Schotse Symbolische Grootloge in Parijs. Ze was de eerste Belgische vrouw die ooit tot de loge werd toegelaten.
Anne
Portret van Isabelle Gatti de Gamond door Alfred Cluysenaar (detail) 1889. Museum van de Stad Brussel
